Hier kun je per opdracht zien wat de beoordelingseisen zijn, waar de opdracht aan moet voldoen. Loop je eigen werk goed na en kijk of je de punten erin verwerkt hebt!
Ieder punt kan met een onvoldoende (o), een voldoende (v) of een goed (g) worden beoordeeld.
Vier muziekstijlen zijn beschreven.
De punten uit de opdracht zijn per muziekstijl behandeld:
Om welke muziekstijl gaat het?
Wat vind ik van deze muziekstijl?
Waarom is dat zo?
Hoe komt dat?
Waar doet het mij aan denken?
Het is duidelijk wat je van de muziekstijlen vindt, je mening is helder.
De poster ziet er mooi en verzorgd uit (met tekst en plaatjes).
Er staat goede informatie op de poster.
De tekst is zoveel mogelijk in eigen woorden geschreven.
De punten uit de opdracht staan er op:
jullie namen
welke stroming hebben jullie gekozen?
waarom hebben jullie deze muziekstijl gekozen?
wanneer begon de muziekstroming?
wie waren/zijn belangrijke personen uit deze stroming?
waar is de stroming ontstaan?
was er een reden voor het ontstaan?
beeldmateriaal (plaatjes/foto’s/tekeningen)
Het verslag voldoet aan de eisen die in de opdracht staan:
met wie heb je samengewerkt?
hoe hebben jullie het aangepakt/hoe zijn jullie te werk gegaan?
wat ging er goed?
wat ging er minder goed?
wat zou je de volgende keer anders doen of willen?
Het verslag is door ieder groepslid zelf geschreven, persoonlijke evaluatie.
De presentatie is duidelijk.
Ieder groepslid heeft een rol in de presentatie (iedereen doet wat).
De vragen van de groep worden goed beantwoord.
Het is duidelijk te zien/horen wat je geleerd hebt van deze opdracht.
Er wordt duidelijk en hard genoeg gesproken.
Er wordt gekeken of de informatie overkomt op de groep (begrijpt de klas wat jullie vertellen?)